Ik ben mijn wachtwoord vergeten

Dossier:

Proeftuin Natura 2000 Overijssel

In dit dossier

Dossierbeheerder

Proeftuin Natura 2000

info@proeftuinnatura200...

Verlagen ruw eiwitgehalte in rantsoen

Status Praktijkrijp
Informatieblad Vind hier het informatieblad van deze maatregel
Versie Maart 2015

 
Veel melkveebedrijven zijn in staat het ruw eiwitgehalte (Re-gehalte) in het rantsoen te verlagen. Sturen op 15 procent ruw eiwit levert een flinke reductie van de ammoniakemissie op.
 
Het optimaliseren van rantsoenen zorgt voor minder ammoniakemissie. Een goede penswerking is belangrijk voor de productie. De omzetting van stikstof naar microbieel eiwit (dat de basis is voor groei, melkpro-ductie en -gehalten) vraagt om energie. Als er niet genoeg energie is voor de omzetting dan gaat stikstof verloren in de vorm van ureum in urine. Goed voeren is eigenlijk het bij elkaar brengen van eiwit en energie in de juiste verhouding.
 
De volgende maatregelen kunnen het Re-gehalte in het rantsoen verlagen:
- Minder eiwit voeren met krachtvoer:

  • Minder kg brok voeren van dezelfde samenstelling;
  • Net zoveel kg brok voeren met lager eiwitgehalte;
  • Eiwitrijk brok vervangen door een eiwitarm (energierijk) bijproduct.

- Stro en brok voeren jongvee/droge koeien;
- Natuurgras bijvoeren aan jongvee;
- Zwaardere eerste snede maaien (daling energie en ruw eiwit door veroudering gras);
- Later inscharen (idem);
- Meer snijmais telen en voeren (als vervanger van eiwitrijk voer) of aankopen.
 
De effectiviteit van de maatregelen verschilt per bedrijf.  Een ruw eiwitverlaging tot 15 procent levert een reductie van de ammoniakemissie op tot 15 procent. Dit is berekend voor een bedrijf dat zelfvoorzienend is in ruwvoer, derogatie heeft (verhouding areaal gras/mais is 70/30) en met ongeveer 25 procent krachtvoer in het rantsoen. In deze berekening is het ruw eiwitgehalte teruggebracht van 16,5 naar 15 procent.
 
Effect op technisch resultaat
Bij een verlaging tot 15 procent ruw eiwit in het rantsoen zijn niet snel negatieve effecten te verwachten op de productie. Voorwaarde is wel dat de voervertering  van de koe op peil blijft. Dat kan de ondernemer controleren door de mest op onverteerde voerdelen te onderzoeken.
 
Kosten rantsoenaanpassing
De kosten zijn afhankelijk van het gekozen spoor. Bij een aanpassing van het krachtvoer is een kostenbesparing te verwachten. Het aanpassen van ruwvoer brengt waarschijnlijk kosten met zich mee.
 
Praktijkinformatie

Effect op Beoordeling  
Milieu        + Afhankelijk van de RE-verlaging en bedrijfsrantsoen, tot 15 procent
Technisch resultaat         -/0 Negatief indien afwenteling lagere voeropname/productie
Diergezondheid         0  
Welzijn         0  
Arbeid         -  
Kosten        -/+ Positief door aanpassing krachtvoer, negatief door aanpassing ruwvoer

-- zeer negatief; - negatief; 0 neutraal; + positief; ++ zeer positief

Is deze informatie waardevol voor u? - Deze functie is 'anoniem' en enkel gericht naar de dossier beheerder!